- Home
  - Jaarverslag
      - Jaarverslag 2007
      - Jaarverslag 2006
      - Jaarverslag 2005
      - Jaarverslag 2004
      - Jaarverslag 2003
  - Historie
  - Bewoners
  - Foto's
  - Contact
  - Wordt donateur

  - Huwelijksceremonies
  - Vergaderingen

Jaarverslag 2008


Geachte donateurs, belangstellende,

Hierbij treft u het jaaroverzicht aan van onze Stichting over het jaar 2008.

De ontwikkelingen zoals meegedeeld in het jaaroverzicht 2007, zijn voortgegaan. Met name vermelden wij onze acties tegen:
Het verlenen van een monumentenvergunning voor de bouw van een grote (ren)paardenstal op Waterland;
Een dito vergunning voor het rooien en naar Dordrecht verplaatsen van een historische taxushaag op de buitenplaats en als derde de illegaal aanwezige containers die in gebruik zijn als paardenstal en opslagruimte.
Met name de eerste twee zouden een onherstelbare ingreep betekenen tegen cultuurhistorische waarden. Op al deze punten hebben er in 2008 belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden en wel de volgende.

In februari 2008 beslisten B&W dat de renpaardenstal een omvang had “ als ware zij bedrijfsmatig ”. En deze bedrijfsmatige omvang betekende dat de betreffende activiteiten dus verdwijnen moesten wegens strijdigheid enerzijds met de milieuwetgeving en anderzijds met het bestemmingsplan. De eigenaars kregen hiervoor 7 maanden tijd, op last van een dwangsom. De eigenaars tekenden hiertegen beroep aan bij de Raad van State, dat op 19 september 2008 zou dienen.

Op 12 juni volgde een zitting voor de bestuursrechter over de drie eerder genoemde zaken. De rechter drong bij alle partijen (Gemeente, dhr. van den Bos, Dhr. Fijneman en de Stichting), er op aan een mediationtraject in te gaan voor deze zaken, daar rechtszaken hierover zich nog jaren zouden kunnen voortslepen. De Gemeente, die zich tot dan als enige hiertegen had verzet, ging nu akkoord, waarna nog in juni een serie bemiddelingszittingen startte die tot in januari jl. zou duren, maar helaas zonder succes eindigden.
Lopende deze bemiddeling deden zich, deels los daarvan, nieuwe ontwikkelingen voor. Dit betrof enerzijds het nieuwe bestemmingsplan Driehuis-Velsen Zuid, dat in augustus, na inspraak, in de Raad kwam.
B&W voegden hieraan als ambtshalve besluit onverwacht de mogelijkheid toe om op de landgoederen nieuwbouw toe te staan voor 200 vierkante meter “ beheerruimte ”, onder aftrek van de al aanwezige beheerruimte. Al eerder hadden B&W uitgesproken dat ook paarden onder “ beheer ” zouden kunnen worden gerekend.
Intensieve informatie richting raadsleden, waarbij ook de Stichting actief was, leidde ertoe dat in de definitieve tekst uiteindelijk de bepaling werd opgenomen “ Gebruik van terrein en bebouwing ten behoeve van een (commerciële) paardenrenstal/paardenhouderij is verboden ”.

Een tweede bijkomende ontwikkeling betrof de milieuwetgeving, die, naast het bestemmings- plan, tot op heden bedrijfsmatige activiteiten op Waterland verhindert. In augustus vroeg dhr. van den Bos een milieuvergunning aan, begin september gevolgd door de aanvrage door zijn dochter, de houdster van de renstal, van een gedoogbeschikking, vooruitlopende op een mogelijke wijziging van de milieuwetgeving, waardoor Waterland niet meer tot verzuringgevoelig gebied zou worden gerekend hetgeen vervolgens de afgifte van een milieuvergunning mogelijk zou maken. Informatie door ons opgevraagd bij de Provincie, maakte duidelijk dat de Gemeente, door met een gedoogbeschikking vooruit te lopen op deze mogelijke wijziging, haar boekje te buiten zou gaan terwijl dan bovendien strijdigheid met het bestemmingsplan zou ontstaan. Tot op heden is een gedoogbeschikking niet afgegeven. Het is voorts onduidelijk in hoeverre de Gemeente tot daadwerkelijke inning van de dwangsommen, die inmiddels verbeurd zijn, zal overgaan.
Vervolgens deed zich de omstandigheid voor dat dhr. van den Bos 2 dagen voorafgaande aan de zitting van de Raad van State zijn beroep introk, waardoor overigens definitief de bedrijfsmatigheid van de activiteiten kwam vast te staan.

De mediation, welke ruim een half jaar geduurd heeft, heeft helaas niet geleid tot een oplossing. In verband met de geheimhoudingsplicht waar deze mediation onder valt, kunnen daarover geen mededelingen worden gedaan.
Nadat kort na Nieuwjaar de bemiddelingspogingen definitief werden beëindigd, is door dhr. Fijneman en de Stichting al vrij snel het initiatief genomen tot hernieuwd overleg in een poging er alsnog uit te komen. In dit nieuwe overleg, dat niet meer onder de geheimhouding van de mediation valt, heeft de Stichting getracht, in samenwerking met dhr. Fijneman, alsnog tot een oplossing te komen dat binnen het gegeven wettelijk kader zou passen en voor alle partijen aanvaardbaar zou kunnen zijn. Ook deze uitgestoken hand bleef zonder gevolg.
Dit leidde ertoe dat dit hernieuwde overleg eveneens als mislukt moest worden beschouwd. Toch hebben wij de indruk dat de zaken geleidelijk “ kantelen ” in een voor de Stichting gunstige richting.

Wij gaan ervan uit dat wij op uw aandacht en steun mogen blijven rekenen. Dat laatste, die steun, is thans des te belangrijker daar de partijen ieder hun deel van de bemiddelingskosten hebben moeten betalen. Daarom vermelden wij ten overvloede ons bankrekeningnummer nog maar eens:
Bankrekeningnummer 38.36.67.771 t.n.v. Stichting tot Behoud van de Buitenplaats Waterland te Velsen.

Namens het bestuur,

P.J. Bohnenn, voorzitter


Realisatie: Bohnenn Webdesign Haarlem